Mijn tuin, mijn beslissing. Dat is wat je zou denken als het gaat om het bouwen van tuinhuisjes. Maar afhankelijk van de staat, de eigendomskenmerken en de grootte van het tuinhuisje, zijn er beperkingen. Dat komt omdat voor sommige tuinhuisjes een bouwvergunning nodig is. Wij vertellen u waar u rekening mee moet houden bij het bouwen van uw tuinhuisje en hoe de bouwvergunningen eruit zien afhankelijk van de staat.
Bouwvergunning: Ja of Nee?
Op basis van deze drie punten kunt u bespreken of u een bouwvergunning nodig hebt:
- Hoe groot wil ik mijn tuinhuisje hebben?
- Waar bevindt het zich of wat is de aard van mijn eigendom?
- Hoe wil ik mijn zomerhuis gebruiken (bijvoorbeeld als berging of als recreatieruimte)?
Afhankelijk van de gemeente waarin u woont, kunnen er beperkingen zijn op het bovenstaande.
Specifieke vergunningsvoorschriften per gemeente
Of het mogelijk is een tuinhuisje zonder bouwvergunning te bouwen, wordt bepaald door de respectieve bouwverordeningen van de gemeente. Bouwprojecten waarvoor geen bouwvergunning vereist is, zijn zogenaamde "procedurevrije projecten". Indien u niet zeker bent over het door u gekochte tuinhuisje en over de bouwvergunning die daarvoor nodig is, is het raadzaam eerst naar de autoriteiten te gaan en te vragen of uw project in aanmerking komt voor een bouwvergunning.
Zodra dit duidelijk is, moet u een gekwalificeerde ontwerper (architect, civiel ingenieur) opdracht geven de bouwaanvraag op te stellen. In de meeste gemeentes mogen alleen gekwalificeerde personen met een officiële vergunning om bouwdocumenten in te dienen, bouwaanvragen als ontwerptekenaar ondertekenen.
Bouwvoorschriften van de overheid (per maart 2019):
Zoals eerder gezegd heeft u voor veel tuinhuizen helemaal geen vergunning nodig. Grofweg zijn er 3 zaken die gelijk al bepalen of u een vergunning aan moet vragen. Is uw gedroomde blokhut lager dan 3 meter, neemt deze minder dan 30 m2 in beslag en gaat u hier niet in wonen? Dan hoeft u in principe geen vergunning aan te vragen. Dit zal het geval zijn bij de meeste blokhutten.
U hoeft ook geen vergunning aan te vragen als u aan de onderstaande voorwaarden voldoet:
- U bouwt het tuinhuis bij een bestaande woning
- U bouwt op de grond (dus niet als een etage op een bestaand gebouw)
- Het tuinhuis is één laag en heeft geen verdiepingen
- U bouwt het tuinhuis voor privégebruik en niet voor een commercieel doeleind
- Als uw tuinhuis op het achtererf komt te staan dient u minimaal 1 meter afstand tot de openbare weg of groen aan te houden
- Als u naast uw huis bouwt dient de afstand minimaal 1 meter tot het voorerf te zijn
- Als uw tuinhuis een vloeroppervlakte van meer dan 10 m2 heeft, dient u minimaal 1 meter afstand te houden van het erf van uw buren.
- De nokhoogte van het tuinhuis mag niet hoger dan 3 meter zijn
- Het zij- of achtererf mag voor niet meer dan de helft bebouwd zijn
- In totaal mag u niet meer dan 30 m2 aan vergunningsvrije bijgebouwen op uw terrein bouwen
- U mag alleen vergunningvrij bouwen bij een permanente woning
Twijfelt u nog of u aan deze voorwaarden voldoet? Doe dan altijd even een vergunningcheck bij uw gemeente. Als u geen vergunning hoeft aan te vragen is het ook niet nodig om de bouw van blokhut te melden bij de gemeente. Meldplicht is namelijk komen te vervallen.
Grensontwikkeling
Naast de grootte en de kenmerken van het tuinhuisje is ook de locatie van belang. Als het tuinhuis aan de rand van de tuin moet worden gebouwd, is voorzichtigheid geboden. Volgens de bouwvoorschriften is grensbouw alleen mogelijk met constructies met een maximale hoogte van drie meter (Sleeswijk-Holstein: 2,75 m). Ook mag in de meeste provincies de totale lengte van de erfafscheiding van negen meter op een aangrenzende grens niet worden overschreden en mogen de gebouwen geen extra woonruimte of open haarden bevatten.
Het ontwikkelingsplan
Als uw huis in een woonwijk ligt die de afgelopen 80 jaar nieuw is ontwikkeld, dan heeft de stad of gemeente hoogstwaarschijnlijk een ontwikkelingsplan. Daar vindt u vaak voorschriften betreffende "nevenvoorzieningen", waartoe ook tuinhuisjes behoren. Het is niet ongebruikelijk dat wordt bepaald dat buiten het bebouwbare gebied van het onroerend goed (dat wordt aangegeven door bebouwingsgrenzen) geen verdere bijgebouwen mogen worden geplaatst. De reden: in de laatste decennia wilden stadsplanners voorkomen dat de eigendommen van de bewoners zouden worden opgevuld met te veel schuurtjes, prieeltjes en co. Naast deze regeling zijn er vaak nog meer beperkingen in het bestemmingsplan die gevolgen kunnen hebben voor de bouw van een tuinhuisje. Neem daarom contact op met uw gemeente en vraag om inzage in het ontwikkelingsplan.
Vraag het de buren
Ook al heeft u alles gecontroleerd, van bouwvoorschriften tot bouwplannen, dan nog is er een belangrijke factor die van invloed kan zijn op de bouw van uw tuinhuisje: De buren. Vaak heeft een tuinhuisje dat iets te groot is en iets te dicht bij de grens staat, tot burenruzies geleid. Daarom adviseren wij u om met uw buren over uw plannen te praten en hen naar hun bezwaren te vragen voordat u uw tuinhuisje koopt en bouwt. In de regel kan op deze manier een compromis worden gevonden, zelfs bij grotere tuinhuizen.
Het zomerhuis in volkstuinkolonies
Als uw tuinhuis in een volkstuin wordt gebouwd, is de federale volkstuinwet van toepassing, volgens welke het tuinhuis een maximale vloeroppervlakte van 24 vierkante meter mag hebben, inclusief een overdekte buitenzitruimte. Als de vloeroppervlakte wordt overschreden, moet een bouwvergunning worden aangevraagd, maar alle kleinere tuinhuisjes mogen in het algemeen zonder vergunning worden gebouwd. Ook mag het prieel niet geschikt zijn als permanente verblijfplaats. Het is alleen om te schuilen voor slecht weer en om materiaal in onder te brengen. De meeste volkstuinkolonies staan echter toe dat de houders in het weekend in het tuinhuisje overnachten. Per tuinperceel is echter slechts één tuinhuisje toegestaan.
***
Foto omslag: ©iStock/Epitavi